Eredienst

Lectoren

Dit seizoen worden schriftlezingen op de eerste zondag van de maand gedaan door een voorlezer, lector,


Nieuwe paaskaars, een preek op zich?

Vaak hebben we de paaskaars gekocht bij Boca in Almere. We hebben heel wat afbeeldingen uit hun collectie gehad, in veertig jaar vieren van de paascyclus. De paaskaars voor 2022 is gemaakt door de .

Het leek me leuk om wat te vertellen over de nieuwe paaskaars. Deze is handgeschilderd en wordt besteld bij de zusters Clarissen uit Stabroek. Wat ik dan wel weer jammer vond is, dat ik erachter kwam dat zij de kaars weer door een bedrijf in Brugge laten maken dat zich specialiseert in het creatieve decoraties. Dat laatste zie je er weldegelijk aan af.

Maar wat kun je zien. De folder biedt een mooie tekst met geloofstaal wat ik niet beter kan verwoorden:

Er zijn drie kruisen (drievuldig) met ieder een eigen kleur in elkaar verweven. Het paarse kruis verwijst naar de dood die met Pasen overwonnen wordt; het blauwe kruis verwijst naar het water van de doop, waardoor we deel hebben aan het leven, de dood en de verrijzenis van Christus. Het groene kruis met de bladeren legt enerzijds de link met de stronk van lsaï (en verbindt zo Kerst en Pasen) en anderzijds met het evangelische beeld van de wijnstronk en de ranken. 

Ook de associatie met palmtakken (Aswoensdag & Palmzondag) biedt mogelijkheden tot verdieping.

Kortom, vanuit onze doop (waarvan we de beloften hernieuwen in de Paaswake) hebben we deel aan het mysterie van Pasen. Zo worden wij Kerk en gebeurt vandaag opnieuw wat Jesaja eeuwen geleden aankondigde: “een tak ontspruit aan de stronk van lsaï, een twijg ontbloeit aan zijn wortels”. Of met het beeld van Jezus: verbonden met de ware wijnstok groeien de ranken en brengen ze vrucht voort. 

De kruisen zelf zijn getekend als wimpels in de wind, hierbij verwijzend naar het oersymbool van de Geest (wind, adem). Gods Geest is ongrijpbaar, oncontroleerbaar, waait waar hij wil, en is tegelijkertijd tijd strelend nabij, zoals een zachte bries. 

Wimpels hebben ten slotte ook een feestelijk karakter; Pasen als feest van bevrijding, van overwinning, van God, Jahweh.

In zo’n winkel wil je je paaskaars wel kopen. En zo brandende voor in de kerk mogen we ons dit geloof weer bewust beleven. Deze Paaskaars is al een preek op zich, een idee?

Ton Kodde


Kaarsen

Sinds enige tijd steken we in De Schutse twee kaarsen aan bij het begin van de dienst. Onlangs kwam in de kerkenraad de vraag op: ‘waarom deden we dat ook alweer?’ Goede vraag, die je af en toe bij alle liturgische gewoonten moet stellen.

Licht is overal een teken van hoop, in de hele samenleving. Op momenten van rouw, op plekken waar iets dramatisch gebeurd is, steken we waxinelichtjes aan. Bij sommige monumenten brandt een gedachtenisvlam. Rondom de kist van een overledene steken we kaarsen aan, en dan hebben we eigenlijk geen toelichting nodig: dat kleine lichtje staat voor het vertrouwen dat het tóch doorgaat, ondanks die ramp, ondanks dat verlies. Dat overstijgt culturen. ’Het is beter een kaars aan te steken dan de duisternis te vervloeken’, zo luidt een Chinees spreekwoord.

Het aansteken van onze kaarsen ligt in diezelfde lijn, maar er komt één ding bij: wij ontsteken ons licht aan de Paaskaars, die grote kaars die elk jaar vernieuwd wordt. Dat doen we op Pasen, als we vieren dat zelfs het diepste duister van Godswege overwonnen is: de dood van de Messias, de mens die Gods belofte van liefde in zich droeg.

Aan die kaars, die altijd al brandt als we de kerk binnenkomen, ontsteken wij symbolisch óns licht. Om ook in dat gebaar net als in de eerste woorden van de dienst (‘Onze hulp’) te onderstrepen: daar komen onze hulp, onze hoop en onze verwachting vandaan. En waarom dan twee? Ach, één kaars is zo weinig (‘één getuige is geen getuige!’) en voor de symmetrie. U mag daar iets bij denken, voor dag en nacht, voor zondagen en weekdagen, ‘goede tijden slechte tijden’, voor oude en nieuwe testament, dat is niet vastgelegd – als het licht maar blijft schijnen!

 


Gebed over de gaven

In verschillende kerkelijke tradities wordt een gebed over de collectegaven uitgesproken. Sommige gastvoorgangers deden dat ook al in onze diensten. Het is zeker voor de diaconale collecte een heel oude traditie: in de kerk van de eerste eeuwen werden tastbare gaven, brood, vruchten en wijn, door de kerkgangers meegenomen, en daarvan werd zowel de Maaltijd van de Heer gevierd als uitgedeeld aan behoeftigen: avondmaal en voedselbank in één. Vandaar dat vanuit de diaconie de gedachte opkwam, of dat ook in onze liturgie een plaats kan krijgen. Na samenspraak met de Commissie Eredienst kwamen we tot de afweging dat dat zou kunnen. Het gebed bepaalt ons erbij dat geven niet zomaar iets vrijblijvends of willekeurigs is. Voorlopig zullen we niet in alle diensten maar in de avondmaalsdiensten dit gebed over de gaven in de liturgie opnemen.


Aandachtswand

Aandacht voor de aandachtswand achterin de kerk