Meditatie voor kerkblad Op Weg

Ga mee!?

Ga mee!, zo luidt het jaarthema dat onze landelijke PKN voor dit seizoen vaststelde. Een slogan die enthousiasme oproept: kinderen roepen het elkaar toe, als er iets leuks te doen is. Het is dé kreet waarmee je iemand overhaalt om met jou mee te doen. Maar als je met iemand meegaat, moet je wel weten met wie en waarom en waarheen. Je leert je kinderen niet voor niets, niet zomaar met iedereen mee te gaan.

Ga mee – een oproep die te denken geeft. Wie roept mij, waar komen we terecht en wil ik dat wel? Ken ik het reisdoel en het programma? Of ken ik dat niet, maar vertrouw ik degene die mij vraagt?

Op veel manieren word je opgeroepen om mee te gaan. Reisbureaus vragen je letterlijk mee op reis. Een radioreclame bestaat alleen maar uit het opnoemen van verre streken, de ene nog exotischer dan de andere, die je allemaal via deze reisorganisatie kunt boeken: ga mee! Ga je daarvoor?

Politici vragen je stuk voor stuk: ga met mij mee, met mijn partij, met mijn beweging! Wie volg je?

Jongeren worden soms door iets oudere jongeren gevraagd even mee te gaan, mee te doen. Maar voor je het weet is het kleine criminaliteit en dan net iets minder klein. Ondernemers in financiële zorgen krijgen iemand langs die ze makkelijk geld wil lenen. Ga je daarin mee…?

De Psalmdichter nodigt je uit mee te gaan naar een feest: ‘Kom ga met ons en doe als wij!’ Dat lijkt wel wat: een feestelijke optocht naar Gods huis, daar wil je toch bij zijn?! Je kent het doel, je kent degene die roept.

Jezus doet het weer anders. Hij roept mensen op om hem te volgen. Maar helemaal een feest is dat niet: zijn woorden zijn soms zo dwars, dat hij er mensen mee afstoot. Als de ene na de andere volgeling afhaakt, zegt hij op zeker moment tegen wie overblijven: ‘Zouden jullie ook niet weggaan?’ (Johannes 6:66-69). Je moet maar durven.

Petrus is het die weer eens antwoord geeft. ‘Naar wie zouden we anders gaan? Jij hebt woorden die eeuwig leven geven.’ Hij weet zoals gebruikelijk niet wat hij zegt, ook niet waar deze belijdenis hem zal brengen. Hij weet wel dat hij die vreemde Rabbi vertrouwt. Hij heeft woorden gehoord die niemand anders heeft. Woorden van leven. En hij gaat mee.

Wat doe jij?

ds Joep Dubbink