Open kerk
Terugblik ter bezinning
Op 10 november was er Open Kerk, een gewone zondagse viering waarvoor opgeroepen was om mensen voor uit te nodigen. Het was inderdaad een gewone viering, hoewel ik deze keer iets uitgelegd heb over het Kyrië & Gloria. Ook het elkaar de vrede toewensen deden we, maar dat doen we wel vaker.
Er waren, schat ik, zo’n vijf gasten. En er waren er nog meer gevraagd, ook dat waardeer ik en heeft z’n waarde. Het leukste ‘nee’ op zo’n uitnodiging was de reactie: ‘Ik kan dan niet, maar dan ga ik toch een andere keer mee, er is toch elke zondag een dienst?’. Maar meestal is een ‘nee’, niet echt leuk. In de aanloop naar Open Kerk toe, viel op dat we een drempel voelen om anderen uit te nodigen. Waar zit ‘m dat nu in?
Het is natuurlijk nooit leuk om ‘nee’ op een uitnodiging te horen. Je kan jezelf dan afgewezen voelen. Zeker als de kerk en geloven voor jou veel betekent. Het kan ook zomaar het gesprek erover openen. En dat is ook best wel iets intiems. Want wie God voor je is, kan heel persoonlijk zijn. In een kerkdienst kan jij zelf geraakt worden. Wil je dat intieme wel met een ander delen? Ik kan natuurlijk nu heel hard roepen dat dit juist heel mooi is om te delen en dat is het ook. Iets kwetsbaars delen doet alle relaties goed, zelfs als je er niet goed woorden voor weet je vinden en het stamelend gaat. Maar ik begrijp ook dat het een drempel is.
Een ander aspect is dat je je wellicht deels verantwoordelijk voelt voor een kerkdienst als je iemand uitnodigt. En daarbij vind je wellicht zelf niet alles even ok wat er gebeurt. De kunst is dan om de verantwoordelijkheid bij de ander te laten, bij diegenen die de kerkdienst vormgeven en ook bij de ander die aan de viering deelneemt. Je weet nooit hoe dingen precies liggen bij iemand en hoe ze binnenkomen. Zelfs voor predikanten is dat regelmatig een verrassing. Een beetje avontuurlijk ingesteld moet je ervoor zijn. Bovendien hebben we wel zo onze gewoontes in de kerk, maar bij onze kerk betekent dat niet dat je alles maar voor zoete koek moet slikken. Er is vrijheid in reactie. Maar ook hier kan een negatieve ervaring van de ander je pijn doen. Want als een viering of iets daarin je dierbaar is en de ander erkent dat niet, is dat nooit leuk. Ook dit risico ga je aan.
Een derde punt is dat niet iedereen in dezelfde mate de gave van gastvrijheid heeft. Sommigen zijn heel vrijmoedig in het meenemen en contact aangaan met wie dan ook. Anderen zijn daar minder bedreven in. Maar denk in deze niet te min van jezelf, diskwalificeer jezelf niet bij voorbaat en ook niet achteraf. Want de meeste mensen vinden het sowieso al leuk dat je aan ze gedacht hebt, zelfs als een kerkdienst niets voor ze is.
Waarom besteed ik hier nu aandacht aan? Regelmatig denk ik bij ons in de kerk en bij een kerkdienst: hier zouden meer mensen iets aan hebben. Als ik het dagelijkse gebeuren in de media volg, denk ik het ook regelmatig: ga naar de kerk! Mensen missen verbinding in onze samenleving. In een kerkgemeenschap kan je die verbinding zomaar aangaan, het ligt er voor je klaar. Mensen zoeken naar wat goed leven is in menig zelfhulpboek, bij allerlei YouTubers. Dat zoeken naar het goede leven kan zo goed in een kerk, waar genuanceerde stemmen klinken, waar veel levenswijsheid bij elkaar is en waar er ook nog persoonlijke interesse in je is. Maar de meeste mensen hebben de kerk niet als optie in hun hoofd. Ze komen kerk zelden zomaar tegen. Het gaat me om die optie onder de aandacht te brengen. Nu kan je nog tegenwerpen: maar je moet wel in God geloven. Ja, in God geloven helpt wel om een kerk interessant te vinden, maar het is geen voorwaarde om mee te doen en daarbij: heel veel mensen geloven wel dat er iets is. Waarom zou dat iets niet met God te maken hebben?