Sibilla
uit Op Weg 13 juni 2022
Even voorstellen
Lang niet iedereen zal ik zomaar spreken. Daarom via deze weg iets over mij, dan kunnen velen mij een beetje leren kennen. Dit is natuurlijk lang niet alles. Als je goed leest ontbreekt er één belangrijk feit, je kan het raden. Mocht je nog meer willen weten, vraag het me gerust.
Ik ben opgegroeid in Rijnsburg. Mijn vader had daar met zijn broer een uitgeverij die lokale kranten uitgaf zoals de Rijnsburger en ook de Bloemenkrant. Degenen die in de jaren tachtig op de veiling in Aalsmeer werkten, kennen die vast en de krant bestaat nog steeds, mijn broer heeft het bedrijf overgenomen. Mijn moeder was huisvrouw, hoewel ze ooit medisch analiste was geweest. Ze deed de laboratoriumproeven voor een professor zonder onderarmen. Ik ben de jongste, boven mij zit een broer en daarboven drie zussen. Toen ik achttien was, ben ik in Delft gaan studeren, Industrieel Ontwerpen. In Delft had ik een heilzame studententijd en op de studentenvereniging heb ik mijn man Ritske van Leeuwen ontmoet.
Als kind ging ik best graag naar de kerk. Ik zat daar wel prima naast mijn vader en in de middagdienst mocht ik tegen zijn arm in slaap vallen en ook altijd in zijn zakdoek snuiten als ik weer eens verkouden was. Geloven en kerk was bij ons thuis belangrijk, wij waren Gereformeerd Vrijgemaakt. Maar voor een kritische noot op kerk, de predikant of de Bijbel was altijd ruimte. Ik hoor mijn vader nog tegen mijn moeder zeggen, na de dagelijkse lezing aan tafel: ‘nou Stijn, wat we daar nou weer mee motten…’. Toen ik twaalf was kreeg ik een eigen Bijbel en moest ik van mijn moeder zelf ’s avonds voor het slapen gaan lezen. Dat deed ik trouw en het boeide me, ik las veel meer dat zij ooit voorlas. Het was een ontdekking dat die Bijbel een veel minder net boek was dan me in de kerk werd voorgeschoteld. En God was belangrijk voor me. Mijn tienertijd was niet al te gelukkig. Maar ik had het idee dat God zag wat er thuis gebeurde wat voor velen verborgen bleef. Dit gaf me troost. En menig Psalm werd mij in die tijd lief, want de hulpkreet daar was mijn hulpkreet. Op de studentenvereniging heb ik veel met geloven gedaan en ook daarna in de kerk in Delft. Dat je het niet alleen hoeft te doen in het leven, was iets dat ik graag deelde. Samen met anderen organiseerde ik vijf jaar lang maandelijkse theateravonden over levensvragen voor mensen die niet (zo) kerkelijk waren. In die tijd overkwam me het verlangen om predikant te worden.
Ik stond zelf van dat verlangen te kijken, want dominee vond ik een nogal braaf beroep. Maar het verlangen bleef en ook mijn man vond het een goed idee dat ik dominee werd en zo ben ik in 2008 aan de VU theologie gaan studeren. Die studie was nogal tegengesteld aan de Delftse. Waar de ingenieur alles demystificeert, is er in de theologie alle ruimte voor mystificatie. Of anders gezegd: de ingenieur is oplossingsgericht en menig theoloog problematiseert. Ik denk dat ik er zelf ergens tussen in zit.
In 2009 zijn we overgestapt naar de PKN en zo langzamerhand voelen we ons weer thuis. Predikant worden is één van de beste keuzes in mijn leven geweest, ik ben het gewoon heel graag. Helemaal begrijpen doe ik dit niet, maar het heeft te maken met de vele kanten van het beroep: de pastorale nabijheid tot mensen, de intellectuele kant voor de bezinning op het leven, iets nieuws ontdekken en opzetten, het creatieve dat in dit alles gevraagd wordt, en steeds hierbij: die Ander kan aanwezig zijn, dat maakt het spannend. Dus dank dat ik hier dominee kan zijn.
Ds. Sibilla Verhagen