Zondagsheiliging

Zondagsheiliging

Verschuivende normen en waarden in 65/70 jaar tijd

Bij het opschrijven van mijn herinneringen aan de periode dat ds. Rothuizen (1952-1957) in Uithoorn stond, viel mij op hoe normen en waarden sinds die tijd verschoven zijn.

Een drietal voorbeelden wil ik daarvan noemen.

1. Het is de periode dat ik ruim twee jaar in militaire dienst ben geweest. We hadden in het weekend vrij van zaterdag 12 uur tot zondagavond 24 uur.

Je mocht dan naar huis gaan of kon ook in de kazerne blijven. Ik ging graag naar huis want ik kon dan mijn vrienden, later mijn vriendin, ontmoeten. Dat betekende dat ik op zondagavond met het openbaar vervoer naar de kazerne terug moest. Mijn vader was principieel tegen reizen op zondag. Dat deed je niet. Je ouders vonden dat geen zondagsheiliging.

Ik heb toen aan mijn vader voorgelegd: ‘Wat heeft u nu liever, dat ik me in de kazerne loop te vervelen en alleen voel, of dat ik hier thuis mijn vrienden kan ontmoeten en gezellig bij jullie ben en mee ga naar de kerk?’ Hij legde zich hierbij neer, dus ging ik elk weekend naar huis of, later, naar mijn vriendin die in Terneuzen woonde. Voor 24 uur ’s avonds was ik dan weer terug in de kazerne.

2. In die tijd mocht je op zondag niet fietsen. Dus gingen we altijd twee keer per zondag lopend vanaf de Wilhelminakade naar de kerk in Amstelhoek. Vooral ’s morgens kwam je dan de Hervormde broeders en zusters uit Amstelhoek tegen, die naar de Thamerkerk aan de Amstel liepen, altijd elkaar vriendelijk groetend.

Je had toen op Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag ook kerk. Met mijn vader zou ik mee naar zo’n dienst en hij riep me op om mijn fiets te pakken. Waarop ik zei: ‘Met de fiets naar de kerk?’ ‘Ja,’ zei vader ‘want het is vandaag geen zondag.’ Oh, zit het zo in elkaar, constateerde ik bij mezelf. Vandaag vinden we fietsen op zondag heel gewoon.

3. Schaatsen op zondag was ook zo’n punt. Als jongeren hadden we het er druk over. De één mocht wel van de ouders, de ander niet. Je had toen nog winters waarin de Amstel dichtgevroren was. Het scheepvaartverkeer, dat er toen veel meer was, lag stil.

Die zondagmorgen in de preek riep ds. Rothuizen uit: ‘Als God de Amstel als een prachtige loper door het dorp heeft gelegd en nu die bevroren is, zou je daarop dan niet mogen schaatsen?’ Dat was voor ons, jongeren, duidelijk: schaatsen op zondag mocht.

Anton van Hilten